Hoeveel mensen keken vóór u

zondag, september 04, 2011

Telfouten in de bijbel ?


Telfouten in de Bijbel

Veel strikt gelovige christen beschouwen de bijbel als Gods “onfeilbare” woord en dus waar van kaft tot kaft. Wie de bijbel echter kritisch beschouwt, komt op sommige plekken toch wel foutjes tegen. Zouden die foutjes door God foutief zijn gedicteerd?, of hebben de schrijvers zich een aantal malen vergist.
Hieronder een aantal voorbeelden van (ernstige) telfouten:

Voor strikt gelovigen betekenen die telfouten dat zij zich zouden moeten afvragen of het “onfeilbare woord van God” telfouten kan en mag bevatten.

(teksten uit de statenvertaling)

(2 Kon 8:26) Twee en twintig jaren was Ahazia oud, als hij koning werd, en regeerde een jaar te Jeruzalem;
(2 Kro 22:2) Twee en veertig jaar was Ahazia oud, toen hij koning werd, en hij regeerde een jaar te Jeruzalem;
(2 Kon 25:8) Daarna in de vijfde maand, op den zevenden der maand (dit was het negentiende jaar van Nebukadnezar, den koning van Babel) kwam Nebuzaradan, de overste der trawanten, de knecht des konings van Babel, te Jeruzalem.
(Jer 52:12) Daarna, in de vijfde maand, op den tienden der maand (dit jaar was het negentiende jaar van den koning Nebukadrezar, den koning van Babel), als Nebuzaradan, de overste der trawanten, die voor het aangezicht des konings van Babel stond, te Jeruzalem gekomen was;
(2 Samuël 8:4) En David nam hem duizend wagens af, en zevenhonderd ruiteren, en twintig duizend man te voet;
(1 Kron 18:4) En David nam hem duizend wagens af, en zeven duizend ruiters, en twintig duizend man te voet;
(2 Sam 24:9) En Joab gaf de som van het getelde volk aan den koning; en in Israel waren achthonderd duizend strijdbare mannen, die het zwaard uittrokken, en de mannen van Juda waren vijfhonderd duizend man.
(1 Kro 21:5) En Joab gaf David de som van het getelde volk; en gans Israel was elfhonderd duizend man, die het zwaard uittrokken, en Juda vierhonderd duizend, en zeventig duizend man, die het zwaard uittrokken.
(1 Kon 5:16) Behalve de oversten van Salomo's bestelden, die over dat werk waren, drie duizend en driehonderd, die heerschappij hadden over het volk, hetwelk dat werk deed.
(2 Kron 2:18) En hij maakte uit dezelve zeventig duizend lastdragers, en tachtig duizend houwers in het gebergte, mitsgaders drie duizend en zeshonderd opzieners, om het volk te doen arbeiden.
(1 Kon 7:26) Haar dikte nu was een hand breed, en haar rand als het werk van den rand eens bekers of ener leliebloem; zij hield twee duizend bath.
(2 Kron 4:5) Haar dikte nu was een hand breed, en haar rand als het werk van den rand eens bekers of ener leliebloem, bevattende vele bathen; zij hield drie duizend.




(1 Kon 9:23) Dezen waren de oversten der bestelden, die over het werk van Salomo waren, vijfhonderd en vijftig, die heerschappij hadden over het volk, dat in het werk doende was.
(2 Kron 8:10) Uit dezen dan waren oversten der bestelden, die de koning Salomo had, tweehonderd en vijftig, die over het volk heerschappij hadden.
(2 Kon 24:8) Jojachin was achttien jaren oud, toen hij koning werd, en regeerde drie maanden te Jeruzalem;
(2 Kron 36:9) Acht jaren was Jojachin oud, als hij koning werd, en regeerde drie maanden en tien dagen te Jeruzalem,
(Ezra 2:15) De kinderen van Adin, vierhonderd vier en vijftig.
(Nehemia 7:20) De kinderen van Adin, zeshonderd vijf en vijftig;
(Math 17:1) En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hogen berg alleen.
(Lucas 9:28) En het geschiedde, omtrent acht dagen na deze woorden, dat Hij medenam Petrus, en Johannes, en Jakobus, en klom op den berg, om te bidden.

En de vijf kinderen van Jeduthun...........of waren het er zes???

(1 Kronieken 25:3) Aangaande Jeduthun: de kinderen van Jeduthun waren Gedalja, en Zeri, en Jesaja, Hasabja en Mattithja, zes; aan de handen van hun vader Jeduthun, op harpen profeterende met den HEERE te danken en te loven.

1 opmerking: