Waarheid en leugens in de Zendings PR
(Kim ten Berghe)
Zeven blinden zijn genezen! W.J. Ouweneel claimde deze genezingen in een verslag over een TRIN-reis naar Myanmar. Hij had gerekend buiten de onderzoeksijver van zendeling Marten Visser, die goede contacten in Myanmar heeft. Deze nam contact op met het blindeninstituut waar de genezingen zouden hebben plaatsgevonden. Niemand wist er iets van. Ze hadden wel wat buitenlanders op het terrein gezien, maar verder was er niets gebeurd. Verrassend is dit niet. De organisatie TRIN, met Ouweneel in haar kielzog, is al eerder door de mand gevallen met claims die niet waar bleken te zijn. Maar het is wel verontrustend dat deze organisatie, en vele andere die niet integer te werk gaan, toch door Nederlandse christenen op de rails worden gehouden. Het blijkt voor velen lastig om in de ontroerende pr-filmpjes en prachtige verhalen waarheid te onderscheiden van leugen en overdrijving.
Aan zending kun je niet verdienen. De uren die een zendeling steekt in het leren van een taal en het planten van een kerk leveren economisch gezien niets op. Daarom is bijna al het zendingswerk – en dit geldt ook voor bijvoorbeeld ongesubsidieerde christelijke hulpverlening – afhankelijk van de financiële bijdragen van achterbannen van kerken, organisaties en individuen. Dit is op zich geen probleem. Veel mensen geven met veel liefde hun gaven, zodat anderen de kans krijgen om het Evangelie te horen. Zij zien het als een voorrecht dat ze op deze manier daaraan kunnen bijdragen.
Pijnlijke constatering
Er is echter een gevaar: zendelingen en christelijke organisaties kunnen zaken mooier voorstellen dan ze zijn om de giftenstroom veilig te stellen of te vergroten. Soms omdat het geld echt nodig is om het goede werk dat gebeurt doorgang te laten vinden. Soms omdat een zendeling of (leider van) een organisatie uit is op zijn eigen eer of financieel gewin. Dit is een pijnlijke constatering, maar een feit dat vaak wordt genegeerd. Niet iedereen die zichzelf christen noemt is te vertrouwen. Ook niet iedereen die actief is in zendingswerk is te vertrouwen. Mensen met verkeerde motieven hebben vaak mooie praatjes en halen veel geld binnen, terwijl goede initiatieven moeilijk van de grond komen door gebrek aan middelen. Zo leidt het gebrek aan onderscheidingsvermogen bij christenen ertoe dat de zakken van oplichters worden gespekt en duurzaam zendingswerk wordt ondermijnd.
Vele jaren ploeteren
Een ander probleem is dat veel Nederlandse christenen, mede door verkeerde PR van zendingsorganisaties, geen goed beeld hebben van de realiteit van zendingswerk. We horen verhalen uit verre landen over opwekkingen, wonderen, bekeringen van hele stammen en grote hulpprojecten. Hierdoor gaan we denken dat dit de normale gang van zaken is. Dat is echter niet waar. De normale gang van zaken is dat zendelingen vele jaren ploeteren, dat alles wat mis kan gaan misgaat en dat er af en toe een lichtstraal van genade op het werk valt, waardoor het Evangelie voet aan de grond krijgt. Vaak begint meteen daarna de strijd van de boze om de resultaten ongedaan te maken.
Romantisch beeld
Omdat mensen dit niet weten, zijn ze geneigd hun steun te geven aan zendelingen en organisaties die met bijzondere verhalen komen. Die verhalen zouden een legitimatie zijn dat ze goed bezig zijn, wat niet zo is. Omdat deze verhalen het helaas beter doen dan de meer realistische zendingsverhalen, komen ook betrouwbare organisaties in de verleiding om in hun PR niet zozeer te overdrijven of onwaarheden te vertellen, maar wel om eenzijdig te berichten over hun werk. Positieve dingen, hoe klein ook, worden breed uitgemeten op de voorpagina, en tegenslagen, hoe rampzalig ook, krijgen een berichtje van twee regeltjes op de achterkant. Op zich is dit begrijpelijk, maar deze manier van berichtgeving houdt wel een onjuist en geromantiseerd beeld van zending in stand.
Vuistregels
Hoe kun je als leek nu weten of berichtgeving over zending betrouwbaar is? Hier zijn een paar vuistregels. Ze bieden geen honderd procent garantie, maar kunnen wel een goede indicatie geven over het betrouwbaarheidsgehalte van bepaalde berichtgeving.
• Wees alert als het woord ‘opwekking’ wordt gebruikt. Opwekkingen komen voor, maar zijn zeldzaam. Als iemand ze meer dan eens in zijn bediening meemaakt, is dit verdacht. Bij twijfel kan het goed zijn plaatselijke nieuwsmedia op internet te raadplegen. Als er echt een opwekking op grote schaal is begonnen, zal dit doorsijpelen in de seculiere media en/of in berichtgeving van andere christelijke organisaties die in hetzelfde gebied werken. Kenmerken van een echte opwekking zijn onder andere kerkgroei, zowel in de breedte als in de diepte, het radicaal afwijzen van zonden en heidense gebruiken, een bijbelse prediking en een doorwerking daarvan in de maatschappij.
• Wees alert op persoonsverheerlijking. Zending kan een heel lucratieve bezigheid zijn voor bepaalde narcistische personen. Zij krijgen veel aandacht en respect en als ze het slim spelen ook nog een hoop geld. Tel eens hoe vaak een bepaald persoon wordt afgebeeld in een blaadje of in beeld komt in een video en vraag je af of dat normaal is. Kijk ook hoe deze persoon wordt afgebeeld. In ene hand een bijbel, de andere hand zegenend opgeheven, omstraald door het licht van de spotlights? Dan kan het goed zijn dat je te maken hebt met een klassiek geval van een selfmade Messias.
• Fantastische claims zijn bijna altijd verdacht. Zijn er op één dag tienduizend mensen of meer tot geloof gekomen? Dan doen ze het beter dan de Geest met Pinksteren. Worden er aan de lopende band mensen genezen? Als dit echt waar is, zullen ook andere media hiervan berichten. Daar komt bij dat ‘tot geloof komen’ vaak wordt gedefinieerd als het naar voren gaan tijdens een bijeenkomst, je hand opsteken of een briefje invullen. Er is al vaker overtuigend aangetoond dat als iedereen die op deze manier tot geloof gekomen is ook echt christen was geworden, er in elk geval in Afrika geen heiden meer zou rondlopen.
• Leer en leven is belangrijk! We willen nog wel eens een onbijbelse leer of levensstijl door de vingers zien omdat een organisatie of persoon toch zulk goed werk doet. Maar goede daden zijn nooit een rechtvaardiging voor valse leer en al helemaal niet voor een leven in zonde.
• Hoe wordt er om geld gevraagd? Wordt er eerlijk en concreet gezegd waar het geld voor wordt gevraagd? Zijn er jaarverslagen opvraagbaar en zien die er degelijk uit? Zijn de salarissen van de leiders niet te hoog en die van de gewone werkers niet te laag? Wees alert op manipulatieve fondswerving. Die kun je herkennen aan het schuldgevoel dat je wordt aangepraat als je niet geeft – of niet zoveel geeft als de fondswerver wil. Andere verdachte methoden zijn profetische fondswerving (‘De Heer heeft gezegd dat deze collecte 45.000 euro op gaat brengen!’), de ‘voor wat hoort wat’ fondswerving (‘De Heer zal je rijkelijk belonen, je zult een financiële doorbraak in je persoonlijk leven krijgen’), emo fondswerving (veel zielige verhalen en arme kindjes, hypnotiserende praisemuziek op de achtergrond) en ‘geld voor eer’ fondswerving, waarbij gevers op het podium worden gehaald of een eervolle vermelding krijgen.
• Hoe wordt er gesproken over de lokale bevolking? Gedegen zendingswerk dat met de juiste motivatie wordt gedaan, kun je herkennen aan de manier waarop over de lokale bevolking wordt gesproken. Zijn het alleen ‘objecten’ die onze hulp en evangelisatie nodig hebben om uit hun ellendige bestaan te worden verlost? Of zijn het mensen met een eigen verhaal en een eigen mening; mensen die ook iets te geven hebben en waarvan wij kunnen leren? Storten wij onze hulpgoederen en onderwijs ongevraagd over hen uit? Of nemen we de tijd om hun levenswijze, wereldbeeld, maatschappelijke structuur, religieuze denkbeelden en taal te leren kennen en sluiten we daarop aan?
• Hoe gaat de organisatie of zendeling om met problemen en fouten?Als er nooit problemen zijn, dan kun je vrijwel zeker weten dat ze onder de tafel worden gehouden. Gods werk gaat altijd gepaard met strijd. Iedereen maakt fouten, maar het is veelzeggend of deze fouten worden gerechtvaardigd of beleden.
• Is de zendeling of organisatie bereid zijn/haar bediening, methoden, leefwijze en theologie te laten toetsen door anderen? Wordt er eerlijk en inhoudelijk ingegaan op kritiek? Als kritiek direct wordt afgedaan als een aanval op Gods werk of op Gods gezalfde, dan is er duidelijk iets te verbergen. De reactie van Ouweneel op Martin Visser was een voorbeeld van hoe het niet moet. Hij suggereerde dat Visser, door zijn verhalen over wonderen niet te geloven, tegen God aan het strijden was. Dit is een vorm van geestelijke intimidatie die iemand die gewoon de waarheid spreekt niet hoeft te gebruiken.
Dit artikel is niet geschreven met als doel het werk van God in een kwaad daglicht te stellen. Al het zendingswerk wordt gedaan door feilbare mensen met fouten, blinde vlekken en zwakheden. Desondanks moeten we als christelijke gemeenschap niet bang zijn de schadelijke methoden, leugens, onbijbelse leer en leefwijze van sommige ‘dienaars van het Evangelie’ te ontmaskeren en er omwille van de waarheid duidelijk afstand van te nemen.
open mail aan de heer Willem Ouweneel: 20 maart 2011
Ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt, dat ik niet alles invul. Mijn naam en woonmplaats zijn m.i. genoeg. Ik heb uw stukje gelezen. U heeft nogal wat te verdedigen en u doet dat met verve. Uit meerdere bronnen blijkt dat u uw resultaten wel eens overdrijft. U meent in uw stukje dat iedereen wel eens een foutje maakt, maar ik vind dat je nu juist op dit soort punten geen fout zou moeten maken. Neem bv. de blinden. Meerdere mensen verklaren dat er gewoon niets gebeurde. Dat is toch op zijn minst vreemd. Misschien kunt u eens aangeven hoe dat dan komt. En het was niet alleen Marten Visser. Anderen hebben dit ook bevestigd. Om over de bv constructies van Trin maar te zwijgen. Ik daag u m.n. over dat laatste uit om eens eerlijk te zijn. Publiceert u eens samen met de heer M. v.d. Steen uw belastbare inkomen over 2009. U weet wel, de aanslag die u van de belasting krijgt. Een scannetje is snel gemaakt toch. Dan is tenminste dat verhaal over dat "veel verdienen" uit de wereld. Die duidelijkheid is dus makkelijk te geven.
Net stijgende verbazing gelezen. Willem Ouweneel een jokkebrok. Het zou best kunnen. Je moet wat doen voor de centjes. Verder een goed stuk!
BeantwoordenVerwijderen